Reisverslag Nyabondo Revalidatiecentrum
Tanzania en Kenia zijn hele grote landen en het reizen neemt veel tijd in beslag, maar we zijn nu aangekomen in het Nyabondo Centre in Sundu, in het westen van Kenia, dichtbij het Victoriameer. Het laatste stuk hebben we afgelegd met een locaal busje. In Nederland biedt zo'n busje plaats aan 8 a 9 mensen. Wij zitten welgeteld met 26 mensen in het busje. De rit duurt ruim 2 uur. Voor ons gevoel zitten we in de middle of nowhere. Het is het gebied waar de Flying Doctors komen.
We worden allervriendelijkst ontvangen op het Nyabondo Centre. We krijgen meteen de dossiermap van Stichting De Benen Nemen te zien. Wij hebben een map met foto's bij ons van de tien kinderen die de Stichting gaat helpen. De kinderen komen zich één voor één aan ons voorstellen. Een van de kinderen, Peter, loopt met een stok. Hij heeft een soort dweil als stompkous. We vertellen de leiding dat wij in Kisumu een nieuwe stompkous voor Peter zullen kopen. En verder willen we nieuwe veters voor hun schoenen en een paar schoenlepels kopen.
We krijgen een lunch aangeboden, witte rijst met uien, tomaten en geitenvlees. Als toetje eten we een banaan. Daarna spelen en praten we wat met de kinderen. Emily, het jongste meisje, lacht de hele tijd. Met haar dubbele bovenbeenamputatie klimt ze de trap van de glijbaan op en glijdt naar beneden. Ik vraag de kinderen of ze gelukkig zijn en allemaal zeggen ze 'JA'. Ruth - haar benen liggen dwars in haar rolstoel - zegt: "Anders waren we bedelende straatkinderen geworden en daar zijn er al zoveel van in Afrika."
Aan het einde van de dag gaan we terug naar Kisumu om inkopen te doen. We worden uitgenodigd om zaterdag te komen en dan te blijven slapen. We rijden in het volgepropte minibusje terug naar Kisumi. In het centrum van de stad is een schoenwinkel, maar deze heeft geen schoenlepels. De apotheek waar we de stompkousen wilen kopen is dicht. Wel kopen we heel veel fruit, snoep, ballen en bellenblaas. In totaal vier grote tassen vol. De volgende dag gaan we opnieuw naar de apotheek. Ze hebben rolstoelen, elleboogkrukken, maar geen stompkousen. Ik besluit mijn eigen stompkousen, die ik altijd als reserve bij me heb, aan Peter te geven. Vervolgens proberen we nog een paar winkels, maar helaas. Voor stompkousen en schoenlepels moet je in Nairobi zijn.
De volgende dag gaan we weer met de minibus naar het Nyabondo Centrum. We zijn net pakezels met al het fruit en de ballen die we meenemen. We worden weer allerhartelijkst ontvangen. We geven de ballen aan George, de enige fysiotherapeut op het centrum. George trapt een bal weg en vanaf dat moment zijn de jongens aan het voetballen. De kleintjes spelen met de bellenblaas.
Tijdens het avondeten - mais, groente en vlees - kijken we bij de eetzaal waar de kinderen eten. De kinderen met de bovenbeenamputatie staan, er zit immers geen kniescharnier in hun prothese. Na het eten hebben de kinderen studieuur en om negen uur gaan ze naar bed.
Je vraagt je af: hoe gaan zoveel gehandicapten - allemaal verschillende handicaps - naar bed. Ze doen alles zelf. Er is één 'moeder' aanwezig, die de kinderen kan helpen.
In de slaapzaal is boven elk bed een vak afgeschermd met een gordijn. Hier bewaren de kinderen hun bezittingen. En waar bestaat dat uit? Vrijwel hun enige persoonlijke bezit is een blauwe zondagse jurk, om naar de kerk te gaan. We praten nog wat met de kinderen en vooral Ruth wil mijn aandacht trekken. Waarom heb ik mijn nagels niet rood gelakt?, vraagt ze.
Die nacht logeren wij in het gastenverblijf. Als wij de volgende dag wakker worden zitten de kinderen al in de kerk. De mis duurt ongeveer drie uur. Wij gaan naar de plaatselijke markt en kijken of we nagellak kunnen kopen. Eén van de dorpsvrouwen neemt me mee naar de plaatselijke drogist en jawel: ze hadden Cutex. We kopen alle rode nagellak die in de winkel aanwezig is. Als de kinderen terug komen uit de kerk geef ik de nagellak. De meisjes zijn er zo verrukt van dat ze ons duizend maal bedanken.
Voor vertrek willen we nog graag een groepsfoto van de geamputeerde kinderen en een foto met alle kinderen. Het duurt ongeveer een uur voordat alle kinderen met rolstoelen en krukken klaar staan voor de foto. Daarna zingen en dansen de kinderen voor ons en en nemen we afscheid. We worden met een auto weggebracht naar de plek waar de bus stopt. Peter staat vooraan om uit te zwaaien. Ik geeft hem mijn eigen stompkous cadeau. Hij is heel blij en reist een stukje met ons mee naar de bus. Aangekomen op de plek waar de wegen echt zullen scheiden, stappen we uit. Peter staat naast me, zonder stok. We kijken elkaar aan en ik zeg tegen hem: "Nu zien ze niet meer dat je gehandicapt bent." Zijn ogen stralen....